Skip to main content
the game Towson the game Towson the game Towson

The game is on!

Als consultant ontwikkelt Tamara businessgames en zet ze die in voor haar werk met als doel om binnen de teams waarmee ze werkt de samenwerking te verbeteren. Deze games helpen om te laten zien wat er al goed gaat en waar er verbeterd kan worden. Deze week schrijft Tamara over haar diepere motivatie om de games in te zetten en geeft ze tips over welke games ze zelf gebruikt.

Als scrum master ben ik altijd op zoek om ons team te laten groeien. Groeien kan op veel verschillende manieren. Teamleden kunnen nieuwe skills ontwikkelen of bekende skills verder ontwikkelen en zo crossfunctionaliteit ontwikkelen; hierdoor kunnen sprintdoelen makkelijker worden gehaald. Een team kan, naast groeien in samenwerking binnen het team, ook groeien in samenwerking met andere teams of stakeholders.
Daarnaast bestaat het team ook vaak uit architecten en designers die in meerdere teams zitten en daardoor niet alle events meedoen en soms zelfs minder betrokken zijn bij het team.
Hoe hou je de samenwerking goed en laat je teamleden en stakeholders meegroeien met het team?

Gelukkig zijn er heel veel tools en games ontwikkeld die ons kunnen ondersteunen om een specifiek probleem onder de aandacht brengen. Zelf heb ik er ook een aantal ontwikkeld.
Ik heb niet de illusie dat het spelen van een spelletje het gedrag van een team meteen verandert, maar het kan wel de ogen openen. Hierdoor ga je als team zien waar de uitdaging ligt en kun je met elkaar een aanpak bedenken. Vervolgens is het dan de taak van een scrum master om hier de juiste aandacht aan te geven.

“Wat geef je aandacht ?”is een goede vraag. Ik werd laatst geïnspireerd door een levensles van een oude indiaan over twee wolven.

Een oude indiaan vertelde een verhaal over de strijd die zich binnen ieder mens afspeelt. De strijd gaat over twee wolven. De eerste wolf heet Kwaad. En dat beslaat alles dat gaat over angst, woede, afgunst, jaloezie, verdriet, hebzucht, arrogantie, zelfmedelijden, schuld, wrok, minderwaardigheid, leugens, valse trots, superioriteit en ego. Deze wolf leeft in ieder mens, hem proberen te negeren heeft geen zin. En blijven zal hij ook altijd, hij hoort bij het leven.

De andere wolf heet Goed. En die wolf staat voor vreugde, vrede, hoop, liefde, sereniteit, nederigheid, saamhorigheid, trouw, nederigheid, compassie, vriendelijkheid, waarheid, grootmoedigheid en geloof. Ook deze wolf leeft in ieder mens, al is het soms moeilijk om hem te vinden. Maar blijven zal hij altijd, hij hoort bij het leven.

Op de vraag: “Als beide wolven bestaan, en altijd in strijd zijn met elkaar, welke wolf wint dan uiteindelijk?” antwoordde de oude indiaan eenvoudig: “De wolf die jij voedt.”

In ieder team leven deze beide wolven en het is goed om je daar bewust van te zijn. Ook is het een kunst om de goede aandacht te geven. Het uitdagende aan scrum master of agile coach zijn vind ik dat ieder team anders is, en ieder team, en ieder individu, andere aandacht nodig heeft. Het belangrijkst is goed luisteren en vragen stellen. Geen advies geven maar teams en individuen zelf laten uitvinden wat er aan de hand is en hoe ze dit het beste aan kunnen pakken. Uiteindelijk zullen ze het zelf moeten gaan doen.

Om ze daar een handje bij te helpen heb ik in de loop van de jaren een aantal games gevonden en ontwikkeld die teams verder kunnen helpen. Ik zou er een paar onder de aandacht willen brengen die ik met plezier heb toegepast en die ook effectief zijn gebleken.

Spiegel jezelf spel

https://dubbelzesuitgeverij.nl/spiegel-jezelf/

Dit kaartspel heb ik in meerdere teams tijdens een retrospective of een teamdag gebruikt. Het geeft het team een positieve boost en werkt bij aan een positief zelfbeeld. Ik merk dat teamleden het soms lastig vinden om persoonlijke feedback te geven aan een individu in het team. Deze kaartjes helpen daarbij. Het spel kan zowel online als fysiek worden gespeeld. Ik laat iemand zelf 3 kaartjes uitzoeken die ze bij zichzelf goed vinden passen en in een andere ruimte laat ik het team ook 3 kaartjes uitzoeken. Daarna gaan we vergelijken, en is het de bedoeling dat het team met concrete voorbeelden komt waaruit blijkt dat deze persoon die specifieke sterke eigenschap bezit. Soms komen de zelfgekozen eigenschappen overeen met de groep en soms ziet iemand zichzelf heel anders dan de rest van het team. Hierdoor ontstaat vanzelf een open gesprek en leren de teamleden elkaar beter kennen.
Belangrijk voor dit spel is dat er een veilige sfeer is in het team.

Towson Escaperoom

Bij Towson hebben wij een online escaperoom ontwikkeld, die ideaal is om in te zetten voor een retrospective of als teambuildingactiviteit. In deze game wordt de samenwerking binnen jouw team, en welke rol de teamleden innemen, heel snel helder. Als je hier meer over wilt weten kun je naar onze website gaan https://www.towson.nl/onlineescaperoom.

Variant van de “Beer game”

Op dit moment zijn wij bezig met het ontwikkelen van een game die gebaseerd is op the Beer game (voor wie het niet kent: https://en.wikipedia.org/wiki/Beer_distribution_game). Met de nieuwe game willen wij management laten ervaren dat samenwerking belangrijker is dan individueel belang. Wat we deze teams willen laten ervaren is “Alleen ga je sneller, maar samen kom je verder”.

Wil je weten hoe deze en andere games precies werken en hoe je ze het beste in kunt zetten, neem dan contact met mij op. Ook ontwikkel ik graag zelf games, dus heb je een uitdaging die je graag zou willen aanpakken met behulp van een game? Laat het mij weten en we gaan samen op zoek naar de mogelijkheden.

mindset Towson blog mindset Towson blog mindset Towson blog mindset Towson blog mindset Towson blog

Het draait allemaal om mindset!

Door onze consultant Orpheo Ormskerk

Je hoort het misschien vaker langskomen: “Mindset is everything!”.
Als agileconsultant en veranderaar kom ik deze quote zo vaak tegen dat ik hem zelf ook ben gaan gebruiken. Maar wat wordt hiermee bedoeld en hoe helpt het mij en mijn collega’s? Voordat ik hier verder op in ga, moet ik eerst een stelling innemen over wat “mindset” voor mij betekent.

Alles begint met een gedachte die voortkomt uit je manier van denken (mind). Onze denkpatronen zijn gevormd door hetgeen we op school/tijdens een studie geleerd hebben, dat wat we lezen, levensgebeurtenissen en werkervaringen. Al deze denkpatronen vermengen zich in het onderbewustzijn en manifesteren zich als diepgewortelde overtuigingen, houdingen, aannames en invloeden, je “mindset”.
Je mindset is de kern van alles, het zorgt voor je gedachten, bepaalt daardoor je acties, en beïnvloedt de uitkomsten van alles wat je doet in het leven.

Bij het begrip mindset kun je onderscheid maken in 2 soorten: een “Fixed mindset” en een “Growth mindset”. Bij een “Fixed mindset” wordt verondersteld dat je persoonlijke eigenschappen, je vaardigheden en je intelligentie vastliggen en niet kunnen worden veranderd. Een “Growth mindset” is het tegenovergestelde. Met de juiste inspanning, strategieën en door te leren, kun je wel degelijk je persoonlijke eigenschappen, intelligentie en vaardigheden veranderen.

Voorbeeldgedragingen van een “Fixed mindset” zijn:

  • Deze persoon wil de top bereiken,
  • Hij of zij wil zichzelf bewijzen,
  • Of wil als de beste worden beschouwd.

Ondanks dat mensen met een Fixed mindset barsten van ambitie zijn het toch vaker de mensen met een “Growth mindset” die in hun carrière vaak aan de top komen, promotie maken of hogerop komen. Dit komt doordat hun groei is gebaseerd op een natuurlijke motivatie: ze zijn enthousiast over hun werk, en daardoor gericht op leren en verbeteren.

“Growth mindset” leiders laten vaak de volgende gedragingen zien:

  • Hun verhalen gaan vaak over groei en ze zijn niet bang om te praten over wat hun tegenslagen waren. Daarnaast gebruiken zij voorbeelden van anderen om te laten zien hoe die zijn gegroeid en obstakels en tegenslagen hebben overwonnen.
  • Ze ontvangen en geven graag feedback en zijn niet bang om te falen. Eigen falen of van anderen is slechts een obstakel of een uitdaging om te overwinnen en van te leren.
  • Ze kijken niet alleen naar de feiten en statistieken, maar denken ook na over het proces. Daarom belonen ze zowel inspanningen, als resultaten.

Het is belangrijk te weten dat we allemaal een bepaald aspect van een Fixed mindset” persona hebben, of we het willen toegeven of niet.

Tot nu toe hebben we het alleen maar gehad over mindset op individueel niveau. Een organisatie kan echter ook een Growth mindset hebben. Een organisatie bestaat wellicht uit afdelingen en teams, en in die teams zitten weer mensen. Dus uiteindelijk zijn het de mensen die de organisatie vormen.

Door als leider een “Growth mindset” te laten zien, en de werknemers ruimte te geven om individueel te werken aan hun eigen groei, kan het collectief ervoor zorgen dat een organisatie herkend wordt als een organisatie waar ruimte voor groei is.

Hoe kan een “growth mindset” helpen?
Een “growth mindset” kan worden gebruikt om te navigeren door veranderingen of weerstand tegen verandering te overwinnen.

“Ik kan niet begrijpen waarom mensen zo bang zijn voor de nieuwe ideeën. Ik ben bang voor de oude.”

Citaat John Cage

Dit citaat geeft de juiste samenvatting van het onderwerp, verandering en “Growth mindset” weer. Veranderen wil zeggen bewegen naar, of starten met, iets nieuws.

Veel mensen met een “Fixed mindset” zullen de nadruk leggen op wat er verandert, wat ze verlaten, waar ze voor weglopen, in plaats van zich te concentreren op waar ze naartoe gaan. Daardoor zien ze onvoldoende wat de verandering kan brengen, en dat dat iets béters kan zijn. Benaderen vanuit een “Growth mindset” doe je als je inziet dat de verandering een overgang is, een leer- en groeiproces.

Als je iets hebt geïdentificeerd dat je zou willen veranderen of als er iets om je heen verandert, kan de “Growth mindset” je echt helpen de weerstand ertegen te overwinnen. Veranderen is voor iedereen moeilijk. De juiste focus op enkele van de positieve aspecten helpen je het te ervaren als een groeiproces. Sleutelvragen die je hierbij helpen zijn:

  • Wat verandert er nu echt? In werkelijkheid maken we het soms groter dan het is.
  • Wat verandert er voor mij door een verandering? De verandering zelf kan enorm zijn, maar wat is de impact op mijn dagelijkse werk? Wat zal er eigenlijk anders zijn door de verandering?
  • Wat blijft hetzelfde? Dat is geweldig om te onthouden, vooral als veranderen moeilijk voor je is. Bedenk wat hetzelfde zal zijn.
  • Wie wordt er geraakt en op welke manier? Deze verandering is misschien niet voor iedereen in gelijke mate van invloed.

Mensen met een “Growth mindset” gaan niet alleen goed om met verandering, maar verwelkomen deze zelfs:

  1. Ze hebben heel veel vertrouwen: Zelfvertrouwen is altijd een winnende kwaliteit. De waarde ervan is nooit duidelijker dan bij het verwelkomen van verandering op de werkplek.
  2. Ze houden van een uitdaging: ze kijken vaak uit naar spannende veranderingen op het werk.
  3. Ze hebben aanpassingsvermogen: degenen die zich kunnen aanpassen, gaan goed om met veranderingen. Ze bieden weerstand om overweldigd of ontmoedigd te raken.
  4. Ze hebben een goede balans tussen werk en privé: de meeste mensen die een gevoel van evenwicht in hun leven hebben, tussen het persoonlijke en het professionele, passen zich goed aan bij veranderingen. Het lijkt erop dat die werknemers die andere belangen hebben, buiten de werkplek, veel beter met veranderingen omgaan dan degenen die “getrouwd” zijn met hun baan.
  5. Creativiteit: werknemers die van nature nieuwsgierig zijn, hebben de neiging om verandering te omarmen als een nieuw avontuur om kennis op te doen en hun inherente creativiteit aan te wakkeren.
  6. Liefde voor samenwerking: degenen die graag met een team samenwerken om oplossingen te bereiken, gedijen vaak bij verandering.

Probeer je op deze kwaliteiten te concentreren en koester ze bij jezelf en je collega’s. Dan ben jij op weg naar de juiste mindset.

Welke mindset heb jij?

Beantwoord de volgende vragen. Lees elke uitspraak en beslis of je het ermee eens of oneens bent.

  1. Je intelligentie is iets heel “basic van jou” dat je niet kan veranderen.
  2. Je kunt nieuwe dingen leren, maar je kunt niet veranderen hoe intelligent je bent.
  3. Ongeacht hoeveel intelligentie je hebt, je kunt het altijd een beetje veranderen.
  4. Je kunt altijd substantieel veranderen hoe intelligent je bent.
  5. Je bent een bepaald soort persoon, en er is niet veel dat kan worden gedaan om dat echt te veranderen.
  6. Het maakt niet uit wat voor soort persoon je bent, je kunt altijd veranderen.
  7. Je kunt dingen anders doen, maar de belangrijke delen van wie jij bent, kunnen echt niet worden gewijzigd.
  8. Je kunt altijd fundamentele dingen veranderen over het soort persoon dat jij ben.

Vraag 1, 2, 5 en 7 zijn de “Fixed-mindset” vragen. Vragen 3, 4, 6 en 8 weerspiegelen de “Growth mindset”.

Effectief samenwerken op basis van een gezonde teamdynamiek: de teamdynamiek is een zeer bepalende factor voor het succes van een team. Effectief samenwerken op basis van een gezonde teamdynamiek: de teamdynamiek is een zeer bepalende factor voor het succes van een team. Effectief samenwerken op basis van een gezonde teamdynamiek: de teamdynamiek is een zeer bepalende factor voor het succes van een team.

Effectief samenwerken op basis van een gezonde teamdynamiek – Transactionele Analyse (TA)

Een goede teamdynamiek is een zeer bepalende factor voor het succes van een team. Gelukkig is deze dynamiek binnen de meeste teams goed, maar helaas in sommige teams helemaal niet. Hoe komt het toch dat het in sommige teams niet werkt? En belangrijker, wat te doen? Collega Sander Naus geeft in dit artikel zijn kijk op teamdynamiek en beschrijft bovendien nog twee workshops hoe je hieraan kan werken om de samenwerking in een team (weer) effectief te maken. Deze workshops kun je ervaren in de Meetup die Towson binnenkort organiseert.

We kennen allemaal deze werksituatie: Twee teamleden vliegen elkaar weer in de haren. De rest kijkt passief toe. Een manager zit in ieder overleg kritiek te spuien. Wat is hier aan de hand?

In dit artikel beschrijf ik hoe je ineffectief gedrag kunt doorbreken met behulp van de Transactionele Analyse (TA). Ik deel twee werkvormen die hiertoe in te zetten zijn in de praktijk bij het werken met leidinggevenden en teams.

De TA is een theorie over communicatie tussen mensen onderling. In de TA wordt uitgegaan van drie posities waar vanuit we reageren op situaties met anderen. Als je de TA begrijpt kun je er bewuster voor kiezen om te reageren vanuit een bepaalde positie. Je kunt de communicatie met anderen makkelijker maken en irritaties verminderen.

De drie posities waar vanuit we reageren zijn de oudertoestand, de volwassentoestand en de kindtoestand.

De oudertoestand staat voor waarden en normen die vaak aan anderen worden opgelegd. De subpositie ‘kritische ouder’ stelt grenzen aan anderen. Wanneer de ouder zorgzaam of verantwoordelijk optreedt dan is er sprake van de ‘voedende ouder’. De kindtoestand staat voor verwachtingen, behoeften en gevoelens. Het ‘aangepaste kind’ is gehoorzaam en geduldig. Het ‘vrije kind’ is creatief en spontaan en gaat voor de eigen behoeften.De volwassentoestand is vaak de meest wenselijke. De ouder- en kindposities roepen veel sneller overdracht of weerstand op. De volwassenpositie laat zich niet meeslepen in emoties. Heeft inzicht in de positie van anderen, oordeelt niet en neemt en geeft verantwoordelijkheid. Deze positie is bovendien geschikt om problemen logisch en effectief te benaderen. Een keerzijde is besluiteloosheid en als saai ervaren worden omdat het ontbreekt aan uitspattingen. Effectief communiceren betekent dan ook niet dat enkel nog de volwassenpositie wordt ingenomen. Alle egoposities hebben hun voor- en nadelen en zijn functioneel in te zetten.

effectief-samenwerken

 

Een leidinggevende die in een overleg steeds uithaalt naar medewerkers (kritische ouderpositie) en zich afvraagt waarom iedereen zo passief is, heeft wellicht niet door dat eigen gedrag ervoor heeft gezorgd dat anderen de aangepaste kindpositie hebben ingenomen. Een oplossing kan ontstaan zodra een van beide partijen zich verplaatst naar de volwassenpositie.
Uiteraard is de ‘vorm’ van communicatie geen oplossing voor alle problemen. Het kan wél veel problemen voorkomen. Mensen kunnen inhoudelijk tegenover elkaar staan en zich niet vinden in de standpunten van de ander. Het op elkaar reageren vanuit ouder- en kindposities werkt dan escalaties in de hand. Bij het innemen van volwassenposities kan onderling respect en een goede verstandhouding blijven bestaan.

De TA is uitstekend toe te passen in de praktijk. Onderstaande TA-werkvormen zijn een bewezen hulpmiddel bij het verhogen van de effectiviteit van teams en leidinggevenden.

Werkvorm 1: TA bij Teams

Coachvragen die regelmatig voorkomen bij teams: hoe gaan wij om met verschillende persoonlijkheden? Hoe kunnen wij elkaar beter begrijpen? Hoe zorgen we voor minder frustraties? Hoe verminderen we ergernissen?

De zeven te nemen stappen:

  1. Observeer de communicatie van de teamleden in verschillende situaties
  2. Licht in een coachgesprek kort de TA toe en laat de teamleden voorbeelden geven
  3. Laat de teamleden vaststellen welke egoposities regelmatig worden gebruikt
  4. Laat de teamleden toelichten welke ongewenste effecten er zijn
  5. Laat de teamleden vaststellen hoe het in het vervolg anders kan
  6. Laat de teamleden hun vervolgstappen bepalen en hun acties vastleggen
  7. Observatie en evaluatie op een later moment

Werken met de TA is bij teams zeer krachtig. Het model geeft direct zelfinzicht. De basis is om niet in te vullen voor een ander en het team steeds zelf in actie te laten komen.

Stap één is optioneel en aan te raden bij teams met grotere issues. Als er kans is op vingerwijzen komen onafhankelijke observaties goed van pas. Daar zijn ook video-opnames een bruikbaar middel. Door het afspelen van fragmenten kan het team turven welk teamlid hoe vaak welke ego-positie heeft ingenomen. Met daarbij een notitie of er sprake was van een positieve of negatieve uitkomst. Ook het teamlid met de hoogste weerstand ontkomt niet aan zelfinzicht- en evaluatie wanneer er sprake is van feitelijke observaties.
Video-opnames leggen ook de meer ingewikkelde teamdynamieken bloot. Uit non-verbale communicatie blijkt bijvoorbeeld dat twee teamleden een grote rol speelden bij een incident, omdat ze een flinke grimas trokken (vrije kind) op de ego-positie van een ander.

Confronteer het team met egoposities die tijdens de coachsessie worden ingenomen. Er is niets krachtiger dan coaching in het moment zelf. Tijdens stappen drie en vier ontstaat zelfinzicht en komen ook regelmatig schaamte en afwijzing om de hoek kijken. Bij teams met onderling vertrouwen ontstaat ontlading en lachen om en met elkaar. Dit vormt een goede basis om in stappen vijf en zes te komen tot nieuwe en meer effectieve omgangsvormen. Goede vragen om te stellen zijn: hoe zou het een volgende keer anders kunnen? En: welke afspraken kunnen we hier over maken?

Een afspraak die nog wel eens wordt gemaakt is dat teamleden geen kind- of volwassenposities meer mogen innemen tijdens meetings. En wanneer dat wél gebeurt dat men elkaar daarop aanspreekt. In feite creëert het team daarmee een norm en positioneert zichzelf daarmee in de kritische ouderpositie. Het is goed om te onderkennen dat alle egoposities er mogen zijn en hun functie hebben. Een effectievere afspraak is dat wanneer een ingenomen egopositie van een teamlid als problematisch wordt ervaren, men elkaar daar vanuit de volwassenpositie op aanspreekt. Feitelijk en zonder oordeel. En benoemend wat het met de eigen persoon doet.

Bij een evaluatie kan worden gevraagd naar effecten. Zijn teamleden meer zelfbewust? Herkennen ze patronen? Spreken ze elkaar aan? Zijn ze in staat om hun gedrag aan te passen? Vaak is één TA-sessie al genoeg om het team weer soepel met elkaar te laten samenwerken. Er is meer wederzijds begrip. Het model heeft een opening gegeven om elkaar aan te spreken bij ineffectieve communicatie en om elkaar vervolgens te helpen.

Werkvorm 2: TA bij leidinggevenden / individuen

Enkele coachvragen die regelmatig voorkomen bij leidinggevenden zijn: hoe krijg ik mijn mensen mee? Hoe zorg ik voor minder conflicten? Hoe komt mijn boodschap beter over?

De acht te nemen stappen:

  1. Observeer de communicatie van de leidinggevende in verschillende situaties
  2. Licht in een coachgesprek kort de TA toe en laat de ander voorbeelden geven
  3. Simuleer (lastige) gesprekken waarbij je als coach diverse egoposities inneemt
  4. Laat de ander vaststellen welke egoposities in welke mate worden gebruikt
  5. Laat de ander toelichten welke ongewenste effecten er zijn
  6. Laat de ander vaststellen hoe het in het vervolg anders kan
  7. Laat de ander vervolgstappen bepalen en acties vastleggen
  8. Observatie en evaluatie op een later moment

De TA-werkvorm voor de leidinggevende bevat één stap meer dan de werkvorm voor teams. Bijna iedereen is wel in staat om aan te geven welke eigen egoposities dominant zijn en het meest worden ingenomen. Een leidinggevende hoort echter minder vaak terug ‘dit doet jouw gedrag met mij’. Om tóch een spiegel voor te houden is stap drie toegevoegd. Hierin worden gesprekken gesimuleerd waarbij je als coach afwisselt tussen egoposities. Bij voorkeur brengt de leidinggevende een actuele of recente situatie in die stroef verliep of waarbij sprake was van weerstand. Zodra het gesprek vastloopt of na een minuut of tien wordt geëvalueerd. Welke egoposities zijn gebruikt en wat was het effect? Welke alternatieve egopositie had meer succes kunnen hebben?
Hetzelfde gesprek wordt nogmaals gevoerd echter moet de leidinggevende nu een andere egopositie innemen. Was de voedende ouder dominant dan mag deze egopositie nu niet meer worden ingenomen. Met deze simulatie wordt geleerd dat andere egoposities tot andere reacties leiden. Een vaak corrigerende manager krijgt bijvoorbeeld het inzicht om vaker de voedende ouderpositie te innemen om vertrouwen en eigen initiatief van medewerkers te vergroten.

Het voeren van simulatiegesprekken is niet eenvoudig. Het roept weerstand en overdracht op. Overdracht is het projecteren van gevoelens, wensen en verwachtingen op de ander. In een coachopleiding kan worden geleerd om hier adequaat mee om te gaan.

Het inzetten van video-opnames is een ander middel om toe te passen. Laat de leidinggevende turven welke egoposities zelf en door anderen worden toegepast. En in welke situaties de eigen egoposities ineffectief waren. Laat vaststellen welke alternatieve egoposities beter hadden gewerkt. Dit is om te zetten naar concrete doelen: het minder toepassen van de ene egopositie en het vaker inzetten van een andere.

Met video-opnamen krijgt de leidinggevende vervolgens ook meer inzicht in de eigen non-verbale communicatie. Zoals vanuit een zorgzame-ouderpositie reageren met een geïrriteerde blik. De lichaamstaal spreekt hier de woorden tegen. Het bewust inzetten van egoposities moet geen toneelspelen worden. Het is aan te raden om observatie en evaluatie nog zeker enkele malen te laten plaatsvinden. Zoals gezegd krijgt een leidinggevende vaak minder feedback terug vanuit de eigen omgeving. Het is verstandig om verschillende situaties te observeren. Iemand reageert en handelt in een-op-een gesprekken vaak heel anders dan voor grote groepen.
Het is steeds weer verrassend om te zien hoe personen in zeer korte tijd, met slechts enkele observaties en coachsessies, grote stappen zetten in effectieve communicatie.

Waarom willen hele organisaties Agile werken en zijn ze hiervoor bereid om een transitie te doen? Wat levert dit op? Kumbaya? Waarom willen hele organisaties Agile werken en zijn ze hiervoor bereid om een transitie te doen? Wat levert dit op? Kumbaya? Waarom willen hele organisaties Agile werken en zijn ze hiervoor bereid om een transitie te doen? Wat levert dit op? Kumbaya?

Kumbaya

Waarom willen hele organisaties Agile werken en zijn ze hiervoor bereid om een transitie te doen? Wat was ook alweer het kerndoel om Agile te werken? Richard geeft hier in zijn blog zijn visie op en herinnert ons er nog eens aan waarom ook executive teams een Agile transitie in hun organisatie interessant vinden.

Om maar gewoon met de deur in huis te vallen:
Wat is de aanleiding om ‘Agile’ te werken? Of een Agile transitie te doen, ongeacht de methode of het framework? Waarom überhaupt een transitie doormaken als organisatie en het gehele denken en handelen van mensen in die organisatie van top to bottom willen veranderen?

Is het om medewerkers gelukkig te zien? Is het omdat de concurrentie het doet of omdat dit nou eenmaal hip & happening is? Of zit er zelfs een droom of visie achter dat we een prachtige wereld voor ons zien waarin iedereen gelijk is, en ieders stem gehoord wordt en evenveel gewicht in de schaal legt? We hebben volledig vertrouwen in de goedheid van de mens?
Als je sommige publicaties leest, motivational speakers hoort, Agile HR managers aanhoort en ook Agile coaches beluistert, zou je toch haast het laatste denken.

Als ik nou bestuurder of manager zou zijn die voor de keuze staat om Agile werken te introduceren, wat een radicale verandering met zich meebrengt, dan zou ik toch ernstige bedenkingen hebben als dit de boodschap is die wordt verkondigd. Want wat levert al dit gedoe dan eigenlijk op? Kumbaya?

Waarom toch alleen focus op autonomie, zelfsturende teams, happiness, afbreken van autoriteit/zeggenschap, afbranden van hiërarchie, management of zelfs leiderschap.
Het lijkt wel of de gehele gedachte achter Agile werken volgens hen is: we maken er een mooie commune van waar iedereen gelijk is en de kennis en kunde van een ontwikkelaar gelijk is aan die van een bestuurder, manager, marketingspecialist, productspecialist etc. Iedereen neemt uiteraard automatisch zijn/haar verantwoordelijkheid en optimaliseert zijn/haar werk en ontwikkeltraject, want zo is de mens. Right.
Zijn al deze mensen vergeten, blind of onwetend waar Agile werken voor bedoeld is en welke gevolgen dit heeft voor een organisatie? Of zijn ze het er gewoon niet mee eens?

Iemand de laatste tijd het Agile Manifesto bijgehaald? Waar draait het daar om? Zo snel mogelijk, zo veel mogelijk, zo goed mogelijke waarde leveren. Alles en iedereen staat ten dienste daarvan. En aangezien we dat nooit in 1x goed kunnen doen, gaan we alles in het werk stellen om dit zo snel mogelijk te verbeteren en versnellen.
Dit is zonder twijfel een zeer strikte en economische filosofie welke tot in ieder hoekje en gaatje van een organisatie gevoeld zou moeten worden. Maximale waardecreatie, rigoureuze keuzes maken, continue optimalisatie van efficiëntie en kwaliteit, kritische reflectie op alles en iedereen, keiharde onderlinge concurrentie en eliminatie van de zwakste schakel binnen een team (we willen toch alleen gemotiveerde professionals?).
Alles wordt daarbij vele malen meer controleerbaar door de glasharde transparantie. Waterfall en Prince2 zijn er echt helemaal niets bij, en voordat de engineering projectmanagers commentaar leveren: daar is de feitelijke ontwikkeling al geweest, een project om onderdelen in te kopen en te monteren is geen ontwikkel- of innovatietraject. Mocht dat wel zo zijn, ga dan Agile werken (als je wil weten hoe, neem maar eens contact op).

Alle keuzes die gemaakt moeten worden, gaan om zo snel mogelijk de juiste waarde toe te voegen op het juiste moment, inclusief het meten of het gerealiseerde wel het beoogde effect had zodat het de volgende keer nog beter kan.
Daarnaast is er strak georganiseerde, kortcyclische controle op wat nou iedereen aan het leveren is en hoe de verbetering gaat, inclusief directe feedback van en exposure naar het hoogste echelon.
Iedereen en alles staat dus continu ten dienste van de maximalisering van waarde creatie (wat je ook maar als waarde hebt gedefinieerd als organisatie).

In mijn oren klinkt dat helemaal niet Kumbaya, maar wel erg efficiënt en effectief en daardoor goed voor een organisatie om noodzakelijk snel, wendbaar en economisch efficiënt te kunnen worden en de enige basis waarom je überhaupt aan een Agile transitie begint.

Om de pijn hiervan te verzachten, hebben we prachtige afleidingen, kralen en spiegels bedacht die hopelijk het zicht op deze harde werkelijkheid bedekken. Want goed samenwerkende teams zijn essentieel. Samenwerkingsvormen, mooi ingerichte teamwerkplekken, leuke spannende benamingen als Tribes en Chapters, leuke rolbenamingen, teamspiritverhogende meet-ups en spelletjes, gekleurde post-its op de muren, high fiven bij resultaten. Het ziet er, en klinkt, allemaal prachtig en is ook echt nodig.
Het zijn echter slechts middelen die ten dienste staan van de waardecreatie. Maar om hier de focus op te leggen bij een Agile transitieadvies, is ronduit liegen tegen een organisatie en haar medewerkers.
En zoals eenieder weet, mensen weten dondersgoed als er tegen hen gelogen wordt met alle gevolgen van dien.

Wat is er mis mee dat het om waarde gaat bij een organisatie? Het hele voortbestaan van de organisatie is ervan afhankelijk. Wat kan er dan erg zijn aan eerlijk vertellen dat ieders bijdrage wordt geëist in het realiseren hiervan? De hele reden dat mensen aan het werk zijn bij een organisatie, is om waarde toe te voegen met kun skills, talenten en karakters. Dat er van medewerkers (inclusief management) wordt geëist dat ze zich continu openstellen voor nieuwe inzichten en eigen ontwikkeling? Daar worden ze toch echt voor betaald (vrijwilligers daar gelaten, die krijgen voldoening, hoop ik voor hen). Moeten bedrijven blij zijn met jou als medewerker, of moet jij blij zijn dat je bij dat bedrijf mag werken? Beantwoord die vraag maar als er zich een crisis voordoet waardoor er een flinke werkloosheid ontstaat.

Laten we dus voortaan eerlijk zijn en het beestje bij de naam noemen: Agile werken gaat om maximale waarde te creëren voor een organisatie, niet meer, niet minder. Met deze maximale waarde kan het bedrijf blijven voortbestaan. Alle technieken en manieren van organiseren zijn daarin geoorloofd, als het maar efficiënt en effectief is en natuurlijk meerwaarde oplevert. En laten we de belofte uitspreken dat we allemaal ons best doen om deze nieuwe focus zo aangenaam mogelijk voor elkaar te maken. Dat we iedereen zullen faciliteren in hun ontwikkeltraject. Dat we genoeg zullen regelen zodat zoveel mogelijk mensen het naar hun zin hebben tijdens de uitvoering van hun werk. En dat, mocht dit allemaal niet lukken, we als goede vrienden uit elkaar zullen gaan.

Want: verlies je de focus hierop, dan verlies je de meerwaarde van Agile werken.

Om een Agile transitie in gang te zetten wordt er vaak verwezen naar een belangrijke voorwaarde: het bereiken van het ‘tipping point’. Om een Agile transitie in gang te zetten wordt er vaak verwezen naar een belangrijke voorwaarde: het bereiken van het ‘tipping point’. Om een Agile transitie in gang te zetten wordt er vaak verwezen naar een belangrijke voorwaarde: het bereiken van het ‘tipping point’. Om een Agile transitie in gang te zetten wordt er vaak verwezen naar een belangrijke voorwaarde: het bereiken van het ‘tipping point’.

Wat voor leerling was jij vroeger? De parallel met een Agile transitie.

Deze week een mooie bijdrage van mijn collega Lotte Coosen. Lotte is namens Towson Scrum Master en Coach bij de gemeente Rotterdam. In haar blog vraagt ze zich af hoe het toch komt dat transformaties die met de beste bedoelingen beginnen maar niet echt breed landen in de organisatie wat beginnen te stropen en verzanden…

Om een Agile transitie in gang te zetten wordt er vaak verwezen naar een belangrijke voorwaarde: het bereiken van het ‘tipping point’. Er moet een reden zijn om te veranderen en die moet collectief gevoeld worden; men moet het er met elkaar eens zijn dat de huidige manier van werken niet de gewenste resultaten oplevert. Maar is het niet vaak zo dat dit alleen in de hogere lagen van de organisatie gevoeld wordt? En dat er vervolgens voor de uitvoerende lagen besloten wordt dat zij Agile gaan werken? Hoe zorg je dan dat de urgentie om te veranderen ook daar gevoeld wordt? En welke rol speel je daar als Agile Coach in?

Als beginnend Agile Coach ben ik ook in de valkuil gestapt om maar zoveel mogelijk uit te leggen wat Agile is, wat scrum is, wat SAFe is en hoe dat binnen een organisatie toegepast kan worden. En natuurlijk is die theorie nodig, moet men de spelregels verkennen met elkaar. Maar tezamen met een mooie zeepkistsessie van de CTO over de ‘need to change’ bleken mensen toch echt niet altijd in beweging te komen. Waarom gebeurde er nou niets? De reden voor verandering is toch duidelijk, de spelregels zijn uitgelegd, de teams zijn gevormd. Gaan met die banaan zou je zeggen.

Misschien was het naïef, misschien had ik er zelf ook gewoon wat langer de tijd voor nodig voor ik het zag, maar inmiddels is mij duidelijk dat niet iedereen elke ochtend inlogt om bij te dragen aan de visie en missie van een bedrijf. Ondanks dat hij of zij er ooit heel bewust voor heeft gekozen om daar te gaan werken. Bij sommige mensen is die connectie met het bedrijf inmiddels verdwenen, bij anderen is hij er misschien nooit zo sterk geweest. Uiteraard en gelukkig zijn er ook genoeg mensen die wel tot in hun kern verbinding voelen met het bedrijf waarvoor ze werken, alles in het werk stellen om bij te dragen aan goede resultaten en een mooi product, en van daaruit de nut en noodzaak van een transitie inzien. Maar juist die paar mensen die die verbinding niet zo voelen, of die gewoon bang zijn voor verandering, dát zijn de mensen die een transitie en de vorming van een team aardig in de weg kunnen zitten.

Het artikel van mijn collega Marjolein van Gelderen gaf al een mooie inkijk in hoe je zo’n team recht kunt trekken. Daarnaast helpt het om steeds stil te staan bij de persoonlijke motivatie van een teamlid of medewerker. Bij iedereen is wel een ‘tipping point’ te vinden, maar dat zal voor iedereen anders zijn. Net zoals dat van bedrijf tot bedrijf verschilt. Bij het ene bedrijf zal het de behoefte zijn om van waterval af te stappen, bij het andere bedrijf wil men structuur aanbrengen in het ad-hoc werken, etc. Zo zijn er bij teamleden ook verschillende redenen om wel mee te gaan in een agile transitie. Behoefte aan transparantie, aan regie, aan een sterke teamdynamiek, plichtsgetrouwheid en zo zijn er nog veel meer redenen. Wanneer en waarmee bereikt iemand zijn of haar tipping point? Of komt dat misschien wel nooit (ook goed om te weten)? Daar kom je alleen achter door als coach in gesprek te blijven en wellicht eens te vragen naar iemands verleden.

Niet zo lang geleden viel bij mij ineens de vergelijking met de klasgenoten van vroeger. Er zijn er altijd een paar die weken van tevoren gaan leren voor een toets en je hebt er ook een aantal die pas de dag van tevoren hun boeken openslaan. Dat kan te maken hebben met iemands leervermogen. Maar dat kan ook te maken hebben met de urgentie die iemand moet voelen om aan de slag te gaan. Dat is bij een Agile transitie niet anders; je hebt medewerkers die er gewoon in meegaan omdat ze het grotere belang ervan inzien, en je hebt medewerkers die pas in beweging komen als de voordelen voor hen persoonlijk duidelijk zijn. Dus vraag als coach eens wat voor leerling iemand vroeger was. En dan is het hopen dat niet al te veel mensen zullen antwoorden dat ze helemaal niet leerden, en gewoon op goed geluk naar het examen gingen.

Continu verbeteren in een team – wat als de basis ontbreekt? Bij sommige teams is de lijst van problemen lang. Teamleden die hun rol niet goed vervullen, onderlinge fricties, planningen die niet gehaald worden, werk dat niet naar tevredenheid wordt opgeleverd, vingerwijzen naar elkaar dat daardoor ontstaat en zo kan ik nog wel even doorgaan. Continu verbeteren in een team – wat als de basis ontbreekt? Bij sommige teams is de lijst van problemen lang. Teamleden die hun rol niet goed vervullen, onderlinge fricties, planningen die niet gehaald worden, werk dat niet naar tevredenheid wordt opgeleverd, vingerwijzen naar elkaar dat daardoor ontstaat en zo kan ik nog wel even doorgaan. Continu verbeteren in een team – wat als de basis ontbreekt? Bij sommige teams is de lijst van problemen lang. Teamleden die hun rol niet goed vervullen, onderlinge fricties, planningen die niet gehaald worden, werk dat niet naar tevredenheid wordt opgeleverd, vingerwijzen naar elkaar dat daardoor ontstaat en zo kan ik nog wel even doorgaan.

Continu verbeteren in een team – wat als de basis ontbreekt?

Onze collega Marjolein van Gelderen is enige tijd geleden als Scrum Master met een, voor haar, nieuw team begonnen. Hoewel het team in het verleden al successen behaald had merkte ze al snel dat het niet meer zo lekker liep. Wat er aan de hand was en hoe ze hier samen met het team een oplossing voor vond beschrijft ze in deze blogpost!

Bij sommige teams is de lijst van problemen lang. Teamleden die hun rol niet goed vervullen, onderlinge fricties, planningen die niet gehaald worden, werk dat niet naar tevredenheid wordt opgeleverd, vingerwijzen naar elkaar dat daardoor ontstaat en zo kan ik nog wel even doorgaan.

Er zijn gelukkig voldoende instrumenten om dit aan te pakken. Vaak wordt er gegrepen naar de varianten die direct ingaan op samenwerken en onderlinge relaties, en inzoomen op onderlinge communicatie. Maar wat als het vertrouwen er simpelweg nog niet is? En hoe kom je tot vertrouwen?

Bij teams waar deze basis ontbreekt kan het heel effectief zijn om opnieuw te beginnen en hardop uit te spreken dat we gaan werken aan vertrouwen met het doel om als team weer in staat te zijn ons te committeren aan onze afspraken.

En zo was de praktijk in mijn team: Omdat we ons realiseerden dat waar we als team stonden ons niet beviel, spraken we af om het de komende program increment (periode) compleet anders te doen. Kortom: veel aandacht aan de verbetering van onze teamdynamiek in een overzichtelijke periode. In onze situatie hebben we afgesproken dat één persoon zich committeerde om aandacht te geven aan onze teamdynamiek en ons zo te faciliteren dat we samen een nieuwe basis voor vertrouwen konden leggen. En zo geschiedde…

Om onze doelen te realiseren was er commitment nodig. Van het team zelf, maar ook van de omgeving, zoals andere teams en het management. Het moest ook duidelijk worden dat bij een zuchtje tegenwind of een ongewenste uitkomst er door ons niet weer van de route afgeweken zou worden. Want: onze voorspelbaarheid moest verbeteren. Mijn collega’s konden dit commitment echter alleen geven wanneer er sprake is van vertrouwen, en dat was precies wat er ontbrak. Dus daar heb ik met het team als eerste aan gewerkt.

De eerste stap naar het vertrouwen die wij gezet hebben is zorgen voor transparantie. Een nieuw bord werd gemaakt en een helder overzicht gecreëerd van waar elk teamlid mee bezig was. Elke stand-up werd weer teruggebracht naar de basis: wat is er gedaan, wat ga je doen, heb je nog hulp nodig of verwacht je problemen? Hierdoor bleef het bord up-to-date en kon iedereen de status van het werk voor het team zien. Een eenvoudige en herkenbare actie die al heel snel tot verbetering leidde.

Nu de transparantie er was konden we aan de slag om afspraken te maken over samenwerking met onze omgeving. Door duidelijkheid te scheppen over hoe wij als team werk aangeleverd willen hebben en actief samen met onze omgeving te prioriteren kwamen we tot een basis om betrouwbaar te leveren. Doordat wij als team vervolgens onze producten weer volgens verwachting opleverden aan onze gebruikers, creëerden wij een basis voor een hernieuwde samenwerking. Dus door duidelijk af te spreken aan welke eisen een userstory of feature moet voldoen en daar ook geen concessies meer op te doen zorgden we ervoor dat we betrouwbaar konden leveren en daardoor een betrouwbare partner werden.
Juist die betrouwbaarheid werd voor ons de belangrijkste basis voor het vertrouwen waar het team en onze stakeholders behoefte aan hadden.

Immers, als je goed weet wat je van de ander mag verwachten en het komt volgens verwachting, dan wordt elkaar vertrouwen eenvoudig(er). Hierbij is het belangrijk om te weten dat je van de ander op aan kan, ook als het even minder makkelijk is. Doordat we betrouwbaar gingen leveren, werden we ook opener voor onze omgeving en was iedereen continu tijdig op de hoogte van wat er gaat gebeuren. Hierdoor hebben we onze omgeving werkelijk de kans gegeven om ons te steunen en mee te besluiten wanneer er obstakels zijn, en groeide het draagvlak. Het werkelijk open zijn was een onderdeel dat in het begin nog best lastig was, maar waar we goed mee hebben geoefend. Het zo snel mogelijk delen van (potentieel) negatieve uitkomsten geeft onze omgeving de kans te anticiperen en samen risico’s te mitigeren.

De uitkomst was dat het team al na een aantal weken een meer ontspannen samenwerking liet zien. Problemen werden aangekaart en twijfels over aanpak werden besproken. Men ging elkaar om hulp vragen en er werd hulp aangeboden. We konden tijdig ingrijpen op frustraties en creëerden daarmee ruimte om het weer over de oplossing te hebben. Maar het mooiste effect is dat in en rondom het team er steeds meer plezier in het werk was en de humor weer terug is gekomen.

Omdat het team nu weer vanuit vertrouwen werkt hoeft niet elk detail meer besproken te worden met iedereen. Niet iedereen hoeft meer bij elke e-mail of afspraak betrokken te worden. Immers: als je nodig bent dan weten wij je te vinden en als het belangrijk voor je is dan brengen we je op de hoogte. Al deze tijd en energie kunnen we nu gebruiken op het effectief leveren.

Al het bovenstaande heeft uiteindelijk bijgedragen aan een behoorlijke boost van de kwaliteit. Het werk wordt op tijd opgeleverd (dit kostte mij taart, want al het werk uit de sprint was aan het einde af). Dat maakte de gebruikers zo blij dat er complimenten tijdens de demo werden geoogst omdat men blij is met de realisatie van goede producten. En onze gebruikers worden op hun beurt weer gemotiveerd om steeds vaker spontaan in de lucht te komen om te zorgen dat hun wensen op een goede manier aangeleverd worden en echt begrepen worden.

Het allergrootste compliment kwam van één van de “uitgebluste” teamleden die ik aan de start van mijn opdracht aantrof: “We zijn sinds jaren echt een team!”

De aanpak vanuit één persoon die aan de verbetering van het team werkt is vandaag de dag verdwenen. De komende periode werk ik minder en de waarneming van mijn taken heb ik vol vertrouwen overgedragen aan het team, dat de smaak van het continu verbeteren helemaal te pakken heeft.

Mocht je een keer met Marjolein willen sparren over dit, of een ander onderwerp, stuur dan een mail naar info@towson.nl of neem telefonisch contact met ons op!

De valkuil van te klantgericht willen zijn: Onze collega’s lopen in hun opdracht tegen zaken aan die de moeite van het delen waard zijn. De valkuil van te klantgericht willen zijn: Onze collega’s lopen in hun opdracht tegen zaken aan die de moeite van het delen waard zijn. De valkuil van te klantgericht willen zijn: Onze collega’s lopen in hun opdracht tegen zaken aan die de moeite van het delen waard zijn.

De valkuil van te klantgericht willen zijn

Onze collega’s lopen in hun opdracht regelmatig tegen zaken aan die de moeite van het delen waard zijn.
Zo stapte Flip de Vries onlangs bijna in de valkuil van té klantgericht te willen zijn met het gevaar dat je hierdoor helemaal niet meer zo klantgericht bent.

Ondanks dat ik denk over een ruime mate van kennis en ervaring als Product Owner in het Agile werken te beschikken, ben ik kortgeleden toch bijna in een traditionele valkuil gestapt. Namelijk die van het opbreken van de incrementplanning om een stakeholder tevreden te stellen. Een kortetermijn win met grote gevolgen voor de betrouwbaarheid van het ontwikkelteam en tevredenheid van het stakeholdersveld.

Omdat ik denk dat het iedereen op een onbewaakt moment ook zou kunnen gebeuren, wil ik jullie in dit artikel kort meenemen in onze situatie.

Enkele weken geleden hebben we tijdens onze PI planning een goede planning voor de komende 4 sprints uitgewerkt met commitment van het hele team. Deze planning was inclusief enkele externe koppelingen ten behoeve van een belangrijke mijlpaal voor één van onze stakeholders. Kortom: geheel in lijn met wat alle stakeholders van ons verwachten.

In onze eerste sprint bleek de externe partij haar deel van de koppeling eerder klaar te hebben. Het leek ons (SM en PO) een goed idee om deze partij te belonen voor de snelheid en de feature met de externe koppelingen direct op te pakken. Hiermee wilden we ruimte creëren in de volgende sprint, zodat we tegenvallers, die mogelijk naar voren zouden komen in opgeleverde koppelingen, op konden vangen. Daarnaast zou er meer tijd ontstaan voor testen en het aanpakken van test bevindingen. De andere werkzaamheden vanuit sprint 1 zouden dan doorschuiven naar sprint 2 of 3, waarin de koppelingen aan onze kant gereed zouden zijn. Voor ons een logische stap, aangezien de koppelingen het belangrijkste doel waren voor het increment en we daarmee een belangrijke stakeholder heel blij zouden maken.

Toen we dit plan bespraken met onze RTE en Product Manager bleken die minder enthousiast. Zij wezen ons op het feit dat we niet zomaar de planning aan kunnen passen, om één van onze stakeholders tevreden te stellen. Hiermee zouden we als team onbetrouwbaar worden in onze huidige en toekomstige leveringen. Ook zouden we onrust creëren in het team door niet alleen een PI planning om te gooien, maar tevens ook een sprintplanning; beide onderdelen die in nauw overleg met het team zijn opgesteld en waar het team haar commitment voor had uitgesproken.
Daarnaast hadden we de afhankelijkheid van de kwaliteit van de externe koppelingen en daarmee samenhangende mijlpalen voor de stakeholder duidelijk besproken tijdens de risicosessie van de PI planning- met als uitkomst enkele maatregelen om het risico te mitigeren.

Al met al dus geen enkele reden om de planning te wijzigen voor kortetermijngewin; het leverde risico’s voor de toekomst met betrekking tot commitment en moraal van het ontwikkelteam, en daarnaast ook voor onze zorgvuldig opgebouwde relatie van betrouwbare partner richting het stakeholderveld.

Blij dat we het niet gedaan hebben en blij met de niet gemaakte fout 😉

Pyramide van Lencioni: Verantwoordelijkheid. Neemt jouw team verantwoordelijkheid of neemt men genoegen met vrijblijvendheid? Lencioni's.. Pyramide van Lencioni: Verantwoordelijkheid. Neemt jouw team verantwoordelijkheid of neemt men genoegen met vrijblijvendheid? Lencioni's.. Pyramide van Lencioni: Verantwoordelijkheid. Neemt jouw team verantwoordelijkheid of neemt men genoegen met vrijblijvendheid? Lencioni's..

Pyramide van Lencioni: Verantwoordelijkheid

Neemt jouw team verantwoordelijkheid of neemt men genoegen met vrijblijvendheid?

Elk individu of elke groep was of is wel ergens verantwoordelijk voor (geweest). In het geval van teamontwikkeling is het nemen van verantwoordelijkheid het op een na hoogste niveau dat een team moet overwinnen voordat het als team echte resultaten kan boeken.
Het nemen van teamverantwoordelijkheid blijkt voor teams een lastige, maar ook bevredigende stap om te maken. Het is een constante paradox waar ik steeds weer mee te maken krijg tijdens mijn coaching, waarbij het geen verschil maakt of ik managers of medewerkers coach, een kleine afdeling of een groot team in een grotere organisatie.

In alle gevallen is de regel dat het team eerst de eerder besproken complicaties van Lencioni heeft moeten overwinnen (vertrouwen en aanspreken) om de horde “verantwoordelijkheid nemen” te kunnen overwinnen. Daarnaast zal het team afscheid moeten nemen van de lage standaard van vrijblijvendheid en hiertoe eerst moeten begrijpen wat begrijpen wat verantwoordelijkheid echt is.

Wat betekent verantwoordelijkheid:

In de basis houdt het dragen van verantwoordelijkheid in dat er verantwoording moet worden afgelegd waarbij je verantwoordelijkheidsgevoel ervoor zorgt dat je je persoonlijke plicht naar behoren wil uitvoeren. Maar wat betekent verantwoordelijkheid nemen nu eigenlijk in een team? Want: eerlijk is eerlijk, verantwoordelijkheid nemen is een van de meest verwarrende begrippen in de onderlinge communicatie binnen teams.
In teams kun je mensen tegenkomen die een zeer hoog verantwoordelijkheidsgevoel hebben. Zo hoog zelfs dat het gevaar ontstaat dat ze bewust of onbewust het “duik”-ontwijk) gedrag van anderen compenseren omdat ze het alleen voor het hoogste doel gaan. Dit zorgt ervoor dat niet iedereen zijn of haar verantwoordelijkheid kan of wil nemen.

Beter is het om juist dat te doen doen wat vooraf is afgesproken in het team: zo kan iedereen zijn of haar verantwoordelijkheid nemen op basis van de gemaakte afspraken.
Dat biedt een basis om met elkaar te evalueren of afspraken gehaald worden, maar ook wat iedereen er individueel aan doet om de afgesproken bijdrage aan het resultaat daadwerkelijk te leveren.

Gebrek aan verantwoordelijkheid in een team:

Vanuit de rol van leidinggevende hoort het bij je taak medewerkers aan te spreken op hun verantwoordelijkheid. Het aanspreken van je directe collega’s in het team is vaak een stuk lastiger. Werk daarom ook continu aan de lagere complicaties van Lencioni; vertrouwen en aanspreken (“healthy conflict”). Dit leidt tot de echte betrokkenheid binnen het team.

Door gebrek aan echte betrokkenheid en engagement gaan teamleden het nemen van verantwoordelijkheid mijden. Het teamplan moet daarom duidelijk zijn en van harte worden ondersteund want als dit niet het geval is leidt dat er toe dat collega’s minder vaak of aarzelend tot verantwoording geroepen zullen worden. Door elkaar niet meer ter verantwoording te roepen ontstaat het gebrek aan verantwoordelijkheid in het team en zakt het weg naar vrijblijvendheid.

Hoe help je een team verantwoordelijkheid te nemen

Om een team zover te krijgen dat de leden hun verantwoordelijkheid nemen of zich op dit punt ontwikkelen kan je aan de volgende mogelijkheden denken:

  • Duidelijk communiceren van doelstellingen en maatstaven: Wanneer hier keer op leer over gesproken wordt kunnen teamleden deze niet meer negeren.
  • Door structureel overleggen in te plannen waarin teamleden elkaar feedback geven en bespreken hoe de teamleden functioneren teneinde de vastgestelde doelstellingen te behalen.
  • Stoppen met individuele beloning en vervangen voor een teambeloning. Dit kan dan weer zorgen voor een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Wanneer een teamlid niet goed functioneert, wordt het belang om diegene aan te spreken groter om te voorkomen dat doelstellingen niet gehaald worden.

De werkelijke sleutel is zorgen dat teamontwikkeling voortdurend aandacht heeft. Het is van belang dat het team zich continu realiseert dat het succes een teameffort betreft, maar ook dat het falen eveneens een teamwanprestatie betreft.

Teamcoaching met Lencioni: Commitment... Geen oppervlakkigheid gewenst in mijn team- ik zet in op verbinding. De piramide van Lencioni zet ik Teamcoaching met Lencioni: Commitment... Geen oppervlakkigheid gewenst in mijn team- ik zet in op verbinding. De piramide van Lencioni zet ik Teamcoaching met Lencioni: Commitment... Geen oppervlakkigheid gewenst in mijn team- ik zet in op verbinding. De piramide van Lencioni zet ik Teamcoaching met Lencioni: Commitment... Geen oppervlakkigheid gewenst in mijn team- ik zet in op verbinding. De piramide van Lencioni zet ik Teamcoaching met Lencioni: Commitment... Geen oppervlakkigheid gewenst in mijn team- ik zet in op verbinding. De piramide van Lencioni zet ik

Teamcoaching met Lencioni: Commitment; ook wel “betrokkenheid”

Geen oppervlakkigheid gewenst in mijn team- ik zet in op verbinding.

Te allen tijde wil ik voorkomen dat gegevens verborgen blijven. Ik heb liever openhartige debatten. Pas wanneer iedereen zijn standpunten en perspectieven naar voren brengt, kan een team met vertrouwen een beslissing nemen.
Tijdens mijn coaching gebruik ik de piramide van Lencioni (elk niveau komt voorbij in een aparte post): in mijn eerdere posts heb ik mijn kijk gedeeld op vertrouwen en constructieve conflicten.
Deze blog gaat over betrokkenheid, het derde niveau binnen de pyramide van teamontwikkeling. Wat heeft het ontbreken hiervan te maken met de volgende frustratie in een team? Een niet te onderschatten invloed!

In elk team heeft elk teamlid een zekere mate van oppervlakkigheid. Anders zou er ook geen mode industrie- of schoonheidsindustrie bestaan: we vereren jeugd, en willen daar zo lang mogelijk deel van uitmaken. Als ik eerlijk ben heb ik dit ook eerder als mechanisme ingezet om mij te beschermen tegen alles wat pijn zou kunnen doen of niet leuk is. Maar klopt mijn aanname wel? Oppervlakkigheid behoedt je namelijk wel voor heel wat teleurstellingen.
Als je ‘meer’ verwacht, loop je ook het risico dat dingen tegenvallen (en dat doen ze vaker wel, dan niet). Dat gaat op voor kunst, aspiraties, de liefde, noem maar op. Maar hoe oppervlakkig dit ook voelt- in de hedendaagse maatschappij toont Schoonheid je geschiktheid als partner, collega en/of geschikte medewerker en vormt zo de basis van onze evolutie. Je moet er niet aan denken hoe we eruit zouden hebben gezien als onze voorouders.

Tijdens mijn coachopdrachten loop ik (dagelijks) in de omgang tegen oppervlakkigheid aan. Wat is dat precies? Zodra men niet wil of durft om zaken met diepgang te bespreken, te schrijven of te bedenken. Het kan naar voren komen tijdens oppervlakkige gesprekken of onderzoeken. Wanneer zaken letterlijk aan de oppervlakte blijven, of men het gevoel krijgt dat we als team oppervlakkig blijven. Als er bij de samenwerking oppervlakkig wordt gesproken, geschreven of besloten.

Binnen de context van teams is betrokkenheid een functie van twee zaken; duidelijkheid en steun. Bij goed functionerende teams worden tijdige en duidelijke beslissingen genomen.
In echte teams wordt met volledige instemming gewerkt van alle teamleden, ook van de teamleden die tegen besluiten hebben gestemd. Na het einde van elke meeting/vergadering beseft iedereen dat er geen enkel teamlid twijfelt over de genomen keuzes.

De twee belangrijkste oorzaken van gebrek aan betrokkenheid zijn het verlangen naar contentie en de behoefte aan zekerheid. Ook bij goed functionerende teams weet ik dat het gevaarlijk kan zijn om te intensief die consensus op te zoeken. Volledige overeenstemming is soms onmogelijk maar samen op zoek naar kleine manieren om steun te verwerven gaat sneller in goed functionerende teams. We weten allemaal dat je als persoon niet altijd je zin hoeft te krijgen, maar dat jij je zodanig kunt opstellen dat het toch mogelijk is om je achter een beslissing te scharen. Daardoor ontstaat de bereidheid om verder te gaan, ongeacht het groepsbesluit. Bij een mogelijke impasse is het aan de teamleider om dan de knoop door te hakken. Daarvoor is wel nodig dat het standpunt wordt aangehoord en uiteindelijk wordt meegewogen bij de besluitvorming. Bij zelf organiserende teams wordt ook dit door het team zelf genomen en in de traditionele gevallen wordt de manager of teamleider gevraagd om hulp.

De tweede eigenschap binnen goed functionerende teams die betrokken zijn is de hoge mate van zekerheid. Goed functionerende teams zijn vaak trots op de gehaalde doelen met elkaar en staan graag achter beslissingen. Zij engageren zich ook volledig met plannen.
Ook in het geval van weinig zekerheid nemen we besluiten met zijn allen en dus zijn wij met z’n allen verantwoordelijk voor het resultaat. In deze teams zie ik vaak terug dat elke beslissing beter is dan geen beslissing. Als je dit vergelijkt met slecht functionerende teams is de trend dat besluiten worden uitgesteld. Meestal ligt hier achter de zekerheid van het te nemen besluit (Is het nou goed wat we van plan zijn te gaan doen?). Hoe verstandig dit misschien ook lijkt, het kan leiden tot verlamming in het team. Het is ook van belang te beseffen dat de bereidheid tot constructieve conflicten ( zie eerdere post) de basis vormt voor de bereidheid tot engageren als sprake is van onvoldoende informatie.

Als je een team hebt waar de betrokkenheid minder is, is het tijd om aan de slag te gaan. Bedenk je: hoe gaat een team te werk dat eenheid wil creëren? Hiervoor kun je een aantal instrumenten inzetten. Denk hierbij aan gebruik van een besluitenlijst, deadlines, analyse van worst case -scenario’s (zorgt voor inperking van angsten), blootstelling aan lage risico’s (opeisen dat elke teamlid een besluit helpt nemen).
Als ik teams help om te betrokkenheid te vergroten zal ik als coach de groep voortdurend aansporen tot discussie rond problemen af te ronden en zich te houden aan de planning of het overeengekomen proces.
Tegelijkertijd probeer ik minder de nadruk te leggen op zekerheid en consensus.

Uiteindelijk wil ik dat mijn team als een eenheid optreedt en zich blijft ontwikkelen en fouten durft te maken. Kansen inzien of profiteren van kansen. Blijven handelen zonder aarzeling ook in geval van veranderingen of schuldgevoelens.

Niet vanuit het ‘ik’ en ook niet vanuit het ‘zij’ maar vanuit het ‘wij’ ontstaan de mooiste dingen.

Door Stanley Markiet, consultant bij Towson

Waarom zijn korte sprints beter? Teams hebben vaak het idee dat de sprint te kort is. Wat ze dan niet door hebben is dat problemen die normaal verscholen zijn nu aan de oppervlakte komen. De sprint verlengen verbergt deze problemen, maar lost ze niet op. Waarom zijn korte sprints beter? Teams hebben vaak het idee dat de sprint te kort is. Wat ze dan niet door hebben is dat problemen die normaal verscholen zijn nu aan de oppervlakte komen. De sprint verlengen verbergt deze problemen, maar lost ze niet op. Waarom zijn korte sprints beter? Teams hebben vaak het idee dat de sprint te kort is. Wat ze dan niet door hebben is dat problemen die normaal verscholen zijn nu aan de oppervlakte komen. De sprint verlengen verbergt deze problemen, maar lost ze niet op. Waarom zijn korte sprints beter? Teams hebben vaak het idee dat de sprint te kort is. Wat ze dan niet door hebben is dat problemen die normaal verscholen zijn nu aan de oppervlakte komen. De sprint verlengen verbergt deze problemen, maar lost ze niet op. Waarom zijn korte sprints beter? Teams hebben vaak het idee dat de sprint te kort is. Wat ze dan niet door hebben is dat problemen die normaal verscholen zijn nu aan de oppervlakte komen. De sprint verlengen verbergt deze problemen, maar lost ze niet op.

Waarom zijn korte sprints beter?

De sprint: een afgebakende korte tijdsperiode waarin teams aan de hand van vaste rituelen werk plannen en uitvoeren. Het hart van Scrum werken zoals de Scrum Guide het omschrijft.
Als scrum master sluit ik me daar helemaal bij aan. De sprint is namelijk één van de krachtigste tools om bottlenecks te ontdekken. Let wel; ontdekken, niet oplossen.

Teams hebben vaak het idee dat de sprint te kort is. Wat ze dan niet door hebben is dat problemen die normaal verscholen zijn nu aan de oppervlakte komen. De sprint verlengen verbergt deze problemen, maar lost ze niet op.

De sprint verlengen is sowieso geen goed idee vanwege de volgende redenen:

  • Feedback komt later – Sprints verlengen betekent automatisch dat de feedback pas op een later moment komt, terwijl je juist feedback zo snel mogelijk wilt ontvangen om het mee te kunnen nemen in je volgende sprint.
  • Minder Agile – Kortere sprints betekent meer mogelijkheid om in te spelen op verandering. Hoe langer de sprint, hoe groter de kans dat de sprint open gebroken moet worden om nieuwe items met spoed op te pakken.
  • Minder verbeteringen – Als sprints langer zijn voelen teamleden al snel dat er meer tijd is om werk uit te voeren en ontstaat er minder drang om te verbeteren.
  • Prioriteren wordt moeilijker – Als sprints langer worden willen stakeholders al snel dat hun items in de eerst volgende sprint opgepakt worden, omdat ze anders voor hun gevoel te lang moeten wachten.

Langere sprints ≠ Minder overhead

Te vaak hoor ik als scrum master het argument voorbij komen dat langere sprints in verhouding minder “overhead” hebben dan kortere sprints. Maar dat is niet zo. De lengte van alle rituelen schalen namelijk mee volgens de scrum guide [1].

Timeboxes volgens de Scrum Guide

schema sprints Towson

Zo gaat de timebox voor de sprintplanning bijvoorbeeld van 4u naar 6u als je de sprint van twee naar drie weken verlengt. Dat klopt ook want je moet immers een extra week werk inplannen. Daarbij speelt ook nog eens dat hoe verder in de toekomst, hoe lastiger het inschatten is of je iets wel of niet op kunt pakken en af kunt maken. Je weet immers beter wat je morgen gaat doen dan wat je over drie weken gaat doen. De onzekerheid neemt toe naarmate de sprint langer wordt. De sprintplanning zal dus in verhouding eerder langer dan korter worden.

Vooral voor teams die niet dagelijks bij elkaar zitten is er nog een groot nadeel bij het verlengen van de sprint. Bij een tweewekelijkse sprint passen de review, de retrospective en de planning exact op één werkdag. Je kan dus zo een echte “sprintwisseldag” creëren waarbij iedereen op locatie aanwezig is.

Verleng je de sprint naar drie of meer weken dan passen deze drie rituelen niet meer op één werkdag en zullen ze over twee of meer werkdagen verspreid moeten worden.

Het is dan ook niet zonder reden dat het Agile Manifesto korte sprints als één van de belangrijkste principes noemt: “Deliver working software frequently, from a couple of weeks to a couple of months, with a preference to the shorter timescale [2]”.

De sprint verlengen? Voer dan eerst deze checklist uit

Speelt het team tegen beter weten in met het idee om de sprint te verlengen? Vul dan eerst onderstaande checklist in om te ontdekken of er een ander probleem speelt binnen het team:

☐ Het team is bezig met het uitvoeren van “mini-watervallen” (Eerst design, dan ontwikkelen en als laatste testen). Zie ook mijn eerdere artikel.

    • Het team heeft moeite met het splitsen van user stories.
    • Teammeetings zijn niet efficiënt.
    • Het team heeft moeite met deployments (incl. merge & integration).
    • Het team heeft niet genoeg ervaring met test driven development of andere quality practices.
    • Technical debt is zo groot gegroeid dat werk langer duurt.
    • Team werkt aan te veel items buitenom de sprint.
    • Skills en vaardigheden zijn niet goed verdeeld binnen het team waardoor het team afhankelijk is van één of enkele specialisten binnen het team.
    • Team werkt en worstelt met oude technologie.
    • Uitzoekpunten en antwoorden laten te lang op zich wachten.
    • Het team worstelt met afhankelijkheden buiten het team.

☐ De communicatie met teamleden die niet op locatie werken verloopt moeizaam.

  • Problemen met prioriteren of gebrek aan een actieve Product Owner.
  • Moeite met het concept van een MVP’s.
  • De product owner of stakeholders bemoeien zich met de sprint backlog tijdens de sprint.
  • Het team is bang om “niet genoeg” op te leveren aan het eind van de sprint aan de stakeholders.
  • Het team vreest te moeten overwerken om aan de commitment te voldoen.

[1] Bron: https://agilescrumgroup.nl/duur-scrum-meetings/
[2] Bron: https://agilemanifesto.org/iso/nl/principles.html

Door William van der Maas, consultant bij Towson